Oorspronkelijke tekst: Ben Oosterhoff

 

Het leven van Sebastiaan Wesselink

Zijn jonge jaren

 

Op 26 juni 1785 wordt Sebastiaan als zoon van de hervormde predikant Hermannus Wesselink in Everdingen en Alberta Catharina van der Horst, aldaar geboren en gedoopt [1]. Bij de geboorte is ondermeer zijn oma van vaders kant, Johanna Everharda van Bommel als getuige aanwezig. Zijn opa is dan al overleden. Drie jaar later, op 29 juni 1788 solliciteert Hermannus als predikant in Dinteloord, Noord-Brabant, waar hij  op 6 juli benoemd wordt.  De familie verhuisd daar heen en op 21-09-1788 wordt daar Sebastiaans broer Martinus geboren en op 3 oktober 1790 zijn zus, Johanna Everharda. Op 9 oktober 1791 wordt hun vader predikant in Kerkwerve op Schouwen-Duiveland, waar het gezin tot 1797 blijft, totdat hun vader op 5 februari een nieuwe positie op Axel en Zuiddorpe in Zeeuws-Vlaanderen verwerft.  Hij betrekt een woning in Axel aan de Noordstraat 6.


Hiermee vestigt hij zich feitelijk met zijn gezin in Frankrijk aangezien  Zeeuws-Vlaanderen bij het verdrag van Den Haag van 16 mei 1795 tussen de Bataafse Republiek en het revolutionaire Frankrijk, na de verovering van Sluis op 25 augustus 1794, als het arrondissement de Sas-de-Gand (later arrondissement Eeklo) onderdeel van het  Franse département de l'Escaut is geworden. Dit verdrag is het eindresultaat van de oorlog die op 1 februari 1793 tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en Engeland is uitgebroken, Frankrijk op 17 februari 1793 de aanval op de republiek heeft ingezet en het uitroepen van de Bataafse Republiek op 19 januari 1795 nadat op 18 januari 1795 met de inname van Amsterdam de Fransen de oorlog hebben gewonnen.  Sebastiaan is dan een tiener en het Franse leger zal op hem grote indruk hebben gemaakt.


Op 15 april 1798 wordt thuis in Axel een zusje van Sebastiaan geboren, Agata Hadewig. Dit wordt in het volgende jaar, op 16 augustus 1799 in Axel  gevolgd door de geboorte van een broertje, Gerhardus Willem Ellard. Vervolgens verhuist het gezin naar de Markt 103 in Axel  waar op 1 november 1804 zijn 6-jarige zusje, Agata Hadewig overlijdt.

 

 

In Franse dienst

 


In dienst bij de Garde Imperial

 

Op 20-jarige leeftijd meldt hij zich vanuit hier op 8 december 1805 aan bij het eskadron Vilétes van de Grenadier a cheval van de Garde Imperial [2].  Hij is er vroeg bij en wordt als de 8ste bij de eenheid ingeschreven. Ook is hij één van de weinige buitenlanders en de enigste uit de noordelijke Nederlanden die bij de vilétes van de grenadier a cheval wordt toegelaten. Hij arriveert bij zijn eenheid aan de Schelde op 14 december. De vilétes, zijn door Napoleon bij de keizerlijke garde ingesteld om vrijwilligers van goede komaf snel toegang te kunnen geven tot de rang van sous-lieutenant. Om zeker te stellen dat alleen de beoogde personen kunnen toetreden moeten de kandidaten minimaal 800 francs verdienen. Sebastiaan of zijn vader moeten dus wel van goede doen zijn geweest om dit te kunnen bekostigen.

 

Afb. uit stamboek 'eskadron Viletes grenadier a cheval'. (Helaas is er geen scherpere afbeelding beschikbaar.)

 

 

Sebastiaan komt hier terecht bij de 10de compagnie. Met deze eenheid is hij in de reserve onder achtereenvolgens general de brigade Louis Lepic (het regiment van 628 man), general de division Frédéric Henri Walther (de cavalerie), marechal Jean-Baptiste Bessières (gecombineerde cavalerie en artillerie Imperial guard) en uiteindelijk onder de bevelhebber van de garde, Maréchal Lefebvre aanwezig in de winterkampanje 1806-1807. De viletes nemen deel aan de veldslagen van Jena-Auerstädt (14-10-1806), Eylau ( 7 en 8 februari 1807) en als reserve bij Friedland (14-06-1807).

 

Gedurende de campagne van 1809 (de 5de coalitie) staat de garde onder bevel van Général de division Philibert-Jean-Baptiste-François Curial terwijl de cavalerie onder bevel staat van general de division Jean-Thomas Arrighi en de bereden grenadiers nog altijd onder bevel van Lepic staan. De  troepen zijn op 5 en 6 juli 1809 aanwezig bij de slag bij Wagram. Het regiment weet in de campagnes echter geen adelaar of vaandel te verdienen.

 

Overplaatsing naar het 9de Ceveau-Léger

 

Nadat per decreet van 3 februari 1811 het 30ste regiment chasseurs a cheval is gevormd en dit per 18 juni 1811 is omgevormd tot het 9de regiment Cheveau-Légers Lancier, kan Sebastiaan per 3 augustus 1811 bij deze eenheid benoemd worden in de fel begeerde rang van Sous-lieutenant. Hij krijgt dan een soldij van 83 francs, 33 centimes [3]. De eenheid is als 30ste regiment gevormd uit de dragonders van Hamburg, de chasseurs a cheval van het Hanoveriaanse legioen en de dienstplichtigen van de 32ste militaire divisie.
Als Sebastiaan in dienst komt, wordt het regiment aangevoerd door de Duitse kolonel uit Cassel, Martin Charles Gobrecht en valt het onder het corps d'observation de l'Elbe en het garnizoen van Hamburg. Sebastiaan krijgt als Sous-Lieutenant het bevel over een 2de of 3de peloton van het regiment dat bestaat uit 24 man waaronder 2 brigadiers en 1 marechal de logis. Bij een opstelling voor een veldslag staat hij voor zijn peloton en het eskadron opgesteld, samen met de kapiteins en de andere sous-luitenant en luitenants (tenzij hij in dit regiment als chirugijn werkzaam is). Op 15 oktober bevindt het regiment zich in Wildeshousen.

 

9de regiment Cheveau-Légers Lancier. (Helaas is er geen scherpere afbeelding beschikbaar.)

 

In 1812 neemt het regiment onder Gobrecht als onderdeel van  de 3de lichte cavaleriebrigade onder Général de brigade Charles Claude Jacquinot, van het van de 1ste lichte cavalerie divisie onder Général de division Jean Pierre Joseph Bruyère van het  1ste cavaleriekorps van de Grande Armée (voorheen het corps d'observation de l'Elbe) van Général de division Étienne Marie Antoine Champion de Nansouty deel aan de campagne in Rusland. Zij nemen onder meer deel aan de slagen bij Ostrowno (25 en 26-07-1812, die op 19 augustus  leidt tot de benoeming van Gobrecht tot baron de l’empire), Vitebsk (26 en 27-07-1812), Borodino (7-09-1812), Moskou en bij de Berezina (26 t/m 29-11-1812).

 

Volgens de familieverhalen zou Sebastiaan bij de Berezina gevangen zijn genomen en vervolgens als chirugijn in dienst zijn getreden bij de Russen. Dit zou mogelijk zijn geweest omdat hij in Utrecht medicijnen zou hebben gestudeerd.  Een kort onderzoek van de universiteitsbibliotheek van Utrecht heeft hier nog geen bewijs voor geleverd [4]. Waarschijnlijk gedurende zijn dienst bij dit regiment maar mogelijk ook in Rusland wordt Sebastiaan nog bevordert tot luitenant der 1ste klasse (hij wordt na terugkeer als voormalig 1ste luitenant genoemd in zijn aanstelling tot belastingambtenaar in Bourtange) [5].

 

Als Sebastiaan niet bij de Berezina gevangen is genomen, keert hij met Gobrecht uit Rusland terug om op 13 juli mee te maken dat deze bevorderd wordt tot général de brigade. Bij het regiment wordt die vervangen door de Poolse kolonel Jan Maksymilian Fredro. Gobrecht krijgt het bevel over de organisatorisch hierboven gelegen 21ste lichte cavaleriebrigade. Op 13 september kan Sebastiaan al weer een nieuwe bevelhebber begroeten, als Gaspard Hug kolonel Fredo aflost. Ook krijgt hij een nieuwe opperbevelhebber als général de division Dominique Joseph René Vandamme het bevel over het eerste korps op zich neemt. Samen met zijn regiment ziet hij binnen deze bevelsstructuur in  1813 bij Möckern, Dresden (26/27-08-1813) en Kulm (30-08-1813) nog actie. De laatste actie leidt tot een overweldigende nederlaag waarbij het korps vrijwel wordt weggevaagd. De resten van het regiment worden bij deze laatste slag gevangen genomen. Het is dan ook zeer wel mogelijk dat Sebastiaan met de rest van zijn regiment op dit moment gevangen werd genomen om vervolgens in Russische dienst te treden.


Men kan aannemen dat hij hier af en toe post heeft ontvangen en zo redelijk op de hoogte is gebleven van wat er binnen de familie gebeurt.  Dit alles is voor hem echter geen reden om terug te keren naar Nederland
.

 

Terug in Nederland

 

Zijn terugkeer in Nederland vindt pas plaats als hij hoort dat zijn vader op 20 februari 1827 op 76-jarige leeftijd, na een kort maar heftig ziekbed van enkele uren, in zijn huis op huisnummer 44 om twaalf uur ’s nachts te Waarde op Zuid-Beverland in Zeeland is overleden. De buurmannen, de schoolmeester Jacob Zuiderland en de dijkgraaf doen de volgende aangifte van zijn overlijden. Zijn weduwe plaatst een rouwadvertentie en omschrijft hierin haar man als veel geliefd en hun huwelijk als genoeglijk. Ook stelt zij Sebastiaan hiervan op de hoogte, die dus besluit dat het tijd is om naar Nederland terug te keren.

Als hij is teruggekeerd, vestigt hij zich bij zijn moeder, die woont  op Zuid-Beverland in Wissekerke, wijk A huisnummer 53. Deze sterft thuis echter ook al snel, op 19 April 1828 om drie uur in de middag. Dezelfde dag doen de 42-jarige Sebastiaan en zijn broer Martinus, die ook in Wissekerke woont, aangifte van het overlijden van hun moeder. Sebastiaan laat in verschillende dagbladen een rouwadvertentie plaatsen en wordt op de overlijdensakte als particulier genoemd.


Op 18 december 1828 neemt Koning Willem I in Brussel het besluit dat per 1 januari de ontvangst der personele belastingen en het patent-recht van de vesting Bourtange wordt opgedragen aan de ontvanger der directe belastingen en accijnzen van de gemeente Vlagtwedde (arrondissement Winschoten) en dat Sebastiaan (gewezen 1ste luitenant) in de functie van “ontvanger der in- en uitgaande regten en accijnsen” in Bourtange wordt aangesteld voor zevenhonderd gulden per jaar.

 

 

Beëdiging van Sebastiaan Wesselink als belastingontvanger te Boertange. (Scherpere afbeelding is beschikbaar.)

 

 

Nadat hij kort daarop, op zondag 7 februari 1830 voor de eerste maal dit bij het gemeentehuis in Vlagtwedde heeft aangekondigd en dit voor de tweede maal op zondag 14 februari in Oude Pekela heeft gedaan, trouwt hij op 44 jarige leeftijd op vrijdag 05 maart 1830 om twee uur ‘s middags in Vlagtwedde met de in Oldenzaal geboren Rebekka Catherina van Oostrum. Zij is de dochter van Jan van Oostrum, 1ste commies der ingaande en uitgaande rechten in het arrondissement Winschoten. Sebastiaan plaatst ook een advertentie in Zeeuwse kranten om zijn familie daar van het huwelijk op de hoogte te stellen.

In hetzelfde jaar, op 2 oktober, trouwt zijn 41-jarige broer Martinus, die zelf tot dan zonder beroep, nog altijd in Wissekerke woont,  in Oude Pekela met haar zus Elisabeth Margaretha van Oostrum. Na dit huwelijk woont hij met zijn vrouw nog één jaar zonder beroep in Oude Pekela. Na de geboorte van hun eerste kind, vestigen zij zich in het volgende jaar, 1832, in Nieuwe Pekela en gaat hij daar aan het werk als bakker.

 

Ondertussen hebben Sebastiaan en  Rebekka Catherina van Oostrum op 29-07-1830 hun eerste dochter, Alberta Catharina Margarita Wesselink in Bourtange,  in de gemeente Vlagtwedde gekregen. Zij is op de 31ste ingeschreven bij de gemeente en Jannes Berends Hommes en J.B. Tammes, beide landbouwer, zijkn de getuigen van de aangifte.

Ook is inmiddels in Groninger courant van 7 december het bericht verschenen dat Sebastiaan “10 Pct. van dezelfde traktement” heeft bijgedragen aan de giften vanuit Groningen aan het vaderland. In het volgende jaar, op 23 oktober 1831 ziet in Bourtange de 2de dochter van het koppel, Martha Digna Agatha  het levenslicht. Hierop volgt op 19-02-1834 de geboorte van Hermannus Jan Wesselink, op 1 maart 1836 de geboorte van Sebastiaan Wesselink (die als commies in Vlagtwedde gaat werken), op 05 juli 1838 de geboorte van Jan Hermannus en op 27 januari 1841 de geboorte van Cornelis Abram. Al deze tijd is Sebastiaan woonachtig in Bourtange en werkzaam als rijksontvanger. Bij alle geboortes behalve de eerste is de veldwachter Hendrik Jans Bomekamp getuige van de aangifte, een rol die hij in het dorp vaak op zich neemt. Bij de geboortes van Hermannus Jan en Sebastiaan is ook de onderwijzer Henderikus Klaassens Gelling getuige.

 

Zijn broer is inmiddels naar Zeeland teruggekeerd en daar tot commies bij de directe belastingen in Sint Maartensdijk op Tholen benoemd, waar hij in 1835 en 1837 achtereenvolgens een zoon en een dochter krijgt. Sebastiaan zit ook niet stil en is eind 1842 begin 1843 overgeplaatst naar de vesting Zoutkamp aan de Waddenzee [6]. Hier wordt op 10 juni 1843 zijn laatste kind, Balthazar Jan geboren.  Sebastiaan is dan nog altijd rijksontvanger en Balthazar Lyphard Bruins en Oltman Alberts Houwen, beiden rijkscommies, zijn daar de getuigen van de aangifte bij de burgemeester. Op 23 augustus 1843 om 10 uur ‘s avonds, ruim twee maanden na de geboorte van zijn laatste zoon en na 13 jaar huwelijk, sterft Sebastiaan te Zoutkamp op 58-jarige leeftijd. De volgende dag doen zijn buurmannen, de 29-jarige timmerman Evert Freerks Kniephuizen en de 43-jarige landbouwer Gerrit Jans Helder  aangifte van zijn overlijden. Hierna keert zijn weduwe, Rebekka Catherina van Oostrum met de rest van het gezin terug naar Vlagtwedde.

 

Het leven na de dood

 

Op 28-12-1853 trouwt Alberta Catharina Margarita Wesselink in Leiden met Arjaan Arjaans Bijlsma, sergeant bij het achtste Regiment infanterie. Op 1 september 1856 vestigen zij zich in Nijmegen om op 8 april 1857 weer te vertrekken naar Terneuzen.

Op 1 augustus 1856 overlijdt Sebastiaans zus, nog altijd wonend in Kats op 65-jarige leeftijd.

 

Nadat zij zich op 8 juni 1858 vanuit Amsterdam in Maastricht heeft gevestigd en daar gaat werken als modewerkster trouwt  Martha Digna Agatha op  26 januari 1859 in Maastricht met korporaal Klaas Dijkstra. Zij overlijdt aldaar op 25 oktober 1859 op 28-jarige leeftijd. Ruim een jaar later, op 1 december 1860 trouwt Sebastiaan als commies in Vlagtwedde met Alwine Cicile Louise de Thouars. Bij het huwelijk erkent Sebastiaan de zoon van Alwine Cicile die door haar ook Sebastiaan is genoemd en op elf maart is geboren.
Op 6 mei 1868 trouwt commies Jan Hermanus Wesselink in Bellingwolde met Geertruida Bontkes. Als laatste trouwt Balthazar Jan op 4 april 1872 als rijksambtenaar  in Vlagtwedde met Hillegien Bos. Hij is hiervoor uit Groningen teruggekeerd op 27 augustus 1868. Hier is hij vanuit Nijmegen terechtgekomen nadat hij eerst vanuit Vlagtwedde op 6 november 1767 zich in Nijmegen heeft gevestigd.

Bij deze drie genoemde huwelijken is hun moeder steeds aanwezig.

 

Op 14 mei 1876 trouwt Hermannus Jan als arbeider in Groningen met Ettje Fürst en op 16 januari 1903 overlijdt de 91-jarige weduwe van Sebastiaan, Rebekka Catherina van Oostrum om drie uur 's middags in Vlagtwedde.


 

 

Aantekeningen:

Dit is een voor NazatenDeVries bewerkte tekst van het origineel opgesteld door Ben Oosterhoff, waarvoor dank.

Er zijn nog twee 'Wesselinks in Franse dienst geweest. Dat zijn Antonie Wesselink (geb. 25 dec. 1788 in Vorden, eenheid 88e Cohorte en Peter Wesselink, geboren 10 maart 1789 te Vorden, eenheid 123e Regiment Infanterie van Linie.

 

 

 

Noten:

1. Hermannus was hier 05-09-1784 als predikant benoemd.
2. Bron: Online geraadpleegd Stamboek van de vilétes van de Garde Imperial ondergebracht bij het militair archief van Frankrijk in Chateau de Vincennes.
3. P.N. Quillet, chef du bureau de la solde, “État actuel de la Législation sur l’administration des Troupes, et …”, deel 3,  p. 384, sep. 1803.
4. De Universiteitsbibliotheek heeft ten behoeve hiervan het volgende werk geraadpleegd:
Album Studiosorum  Academiae Rheno-Traiectinae MDCXXXVI – MDCCCLXXXVI en de namenindex geraadpleegd.
5. Zoals we in de Franse documenten zien, wordt hierop niet de tocht van Napoleon (1812-1813) genoemd. In meerdere genealogieën komen we tegen dat Sebastiaan zou hebben deelgenomen aan de tocht naar Rusland en zelfs in Russische dienst zou zijn geweest. Een en ander lijkt gebaseerd te zijn op een niet gedocumenteerd familieverhaal, met één persoon die dit heeft overgenomen, wat telkens is gekopieerd door anderen.
Het is echter wel aannemelijk dat Sebastiaan hieraan heeft deelgenomen aangezien geschiedenisboeken e.d. vermelden dat het 9de cheveau leger aan deze campagne heeft deelgenomen. Mogelijk heeft hij dus nog promotie gemaakt bij de Fransen of de Russen. Bewijs daarvoor is nog in geen enkel document gevonden.
6. Conform 1841-1843 Jaarboekje voor de Ambtenaren van de Rijksbelastingen, geraadpleegd via het digitaal archief van het belastingmuseum.

 

 

Deze pagina maakt deel uit van de website www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen.
Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.
Laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek.
Hoogeveen, 11 oktober 2019
Samenstelling: © Harm Hillinga
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top